Dit is een manier om oude hagen te verjongen en tegelijkertijd ondoordringbaar te maken. Het is een techniek die we in ons land minder en minder tegenkomen door de opkomst van de prikkeldraad na de 2de wereldoorlog. Vroeger gebruikte men de techniek om heggen te leggen vaak om een heg veekerend te maken, of omgekeerd om de heg rond een erf ondoordringbaar te maken voor indringers. Ook voor de grote natuurwaarde loont het de moeite om hagen en heggen aan te planten; ze huisvesten immer talrijke Kleine vogels en knaagdieren. Vaak kiest men voor een grote verscheidenheid aan aangeplante soorten, zo staat er altijd wel een soort in bloei of geeft er een vruchten. De heg kan men pas leggen bij planten die minstens 5à6j oud zijn; men moet dus ofwel plantgoed van 5à6j aankopen ofwel enkele jaren geduld hebben. Men legt de heg door de boompjes onderaan gedeeltelijk om te hakken, zó dat de sapstroom voldoende behouden blijft, en ze daarna om te buigen en te vervlechten. Soms voegt men er ook nog doornige struiken en braamstruiken aan toe om de heg echt ondoordringbaar te maken. Hoe ouder deze heg wordt, hoe meer deze ondoordringbaar en zelfs ondoorzichtbaar wordt. De ideale natuurlijke omheining van uw tuin dus. De gebruikelijke soorten in deze heggen: - Haagbeuk (carpinus betulus) - Eén- en Tweestijlige meidoorn (Crateagus monogyna en leavigata) - Kornoelje rode en gele (Cornus sanguinea en mas) - Wilde liguster (Ligustrum vulgare) - Hazelaar (Corylus avellanan) - Gelderse roos (Viburnum opulus - Sleedoorn (Prunus spinosa) - Hulst (Ilex aquifolium)